- opzij
- {{opzij}}{{/term}}1 [uit de weg; aan de zijde] de côté2 [afgezonderd] à l'écart♦voorbeelden:1 elkaar opzij duwen • se bousculeriets opzij duwen • pousser qc. à l'écartga eens een eindje opzij • pousse-toi un peuopzij springen • faire un bond de côtéiets opzij zetten • mettre qc. de côté; 〈figuurlijk〉 écarter qc.opzij daar! • laissez passer!iemand van opzij zien • voir qn. de profil2 〈figuurlijk〉 dit even opzij gezet • cela mis à partiets opzij leggen • mettre qc. de côté
Deens-Russisch woordenboek. 2015.